Wij gebruiken op de Adriaan van den Ende de pedagogische leerlijn van ‘The Leader in Me’.  Kinderen leren op een speelse manier 7 gewoonten aan die gericht zijn op persoonlijke groei en relaties met anderen. 

 

Wat zijn de 7 gewoonten?

De 7 gewoonten van The Leader in Me zijn een praktisch handvat voor ons om ons curriculum uit te breiden met het ontwikkelen van belangrijke levensvaardigheden. Begin met jezelf.

Gewoonte 1 - Wees proactief - Je maakt je eigen keuzes

Hoewel we niet kunnen bepalen wat er allemaal op ons afkomt, kunnen we wel kiezen hoe we daarmee omgaan. ‘Wees proactief’ gaat over de vraag: neemt een kind die keuzevrijheid ook serieus? Als iets fout dreigt te gaan, hoe kun je daar dan zelf iets aan doen in plaats van iemand anders de schuld te geven? Wij kunnen de kinderen leren leraar initiatief te nemen en keuzes te maken. Door ze hun eigen verantwoordelijkheid en leiderschapstaken te geven, krijgen ze steeds meer regie over hun eigen leven.

Gewoonte 2 - Begin met het einddoel voor ogen, Maak een plan

Het is belangrijk dat kinderen leren om niet zomaar ergens aan te beginnen, maar doelen leren stellen en het stappenplan kunnen bedenken hoe ze dat kunnen bereiken. Hier zit “het nut ervan” voor kinderen. Kinderen leren zo gestructureerd en volgens een plan te werken en het helpt ze steeds een stukje zelfstandiger te worden. Wij maken bij gewoonte 2 het lesdoel zichtbaar want weten wat je gaat leren helpt je te bedenken wat jij nodig hebt om dit doel te bereiken.

Gewoonte 3 - Belangrijke zaken eerst. Eerst werken, dan spelen

Dit geldt ook na schooltijd. Wij leren de kinderen de gewoonte dat belangrijke zaken gepland moeten worden. Het werken met een duidelijke dag- en weekplanning geeft rust (het brein houdt van regelmaat) en zorgt ervoor dat de belangrijke dingen ook daadwerkelijk gebeuren. Het gaat dan niet alleen om huiswerk, maar ook om sporten, het verzorgen van huisdieren etc. Het aanleren van plannen is niet moeilijk. De mindset die erbij hoort is wat lastiger: omarm dat jij regie hebt op de dag in plaats van andersom.

Speel en werk daarna goed samen

Gewoonte 4 - Denk win-win - Zoeken naar voordeel voor iedereen

Dat klinkt volwassen, win-win. Toch kunnen ook kinderen hier heel goed mee om gaan. Als je ruzie hebt, of een verschil van mening, moet de oplossing voor beide partijen goed zijn, anders gaat het niet werken. Deze gewoonte gaat over denken vanuit samen succesvol zijn. Wij werken met helpende handjes want zo leren de kinderen hoe ze de verantwoordelijkheid samen dragen.

Gewoonte 5 - Eerst begrijpen, dan begrepen worden. Luister voordat je praat

Praten met, of praten tegen de kinderen, dat is het verschil. Wij leren de kinderen dat ze kanjers zijn! Wij vinden het belangrijk om goed naar elkaar te luisteren en elkaar te begrijpen ook als we het ergens niet mee eens zijn.

Gewoonte 6 - Synergie - Samen is beter

Synergie draait om samenwerken. De goede dingen van een ander zien en gebruiken. Het gaat hier niet alleen over de samenwerking in schoolverband, maar bijvoorbeeld ook om sporten in een team. Het lijkt op win-win, maar win-win gaat over jouw manier van denken: welke oplossing is goed voor iedereen?

Synergie gaat over hoe je samen tot de beste oplossing komt. Als je het standpunt van de ander echt probeert te begrijpen, en eigen standpunten los kunt laten, dan ontstaat er ruimte voor nieuwe – en betere! – oplossingen. en vergeet niet om goed voor jezelf te zorgen

Gewoonte 7 - Houd de zaag scherp - Evenwicht voelt het best

Zorgen voor jezelf. Het klinkt zo logisch, maar zien we het de kinderen ook altijd doen? Hobby's, spelen, sporten, even helemaal niets doen…. je hebt het nodig om bij te tanken. Bij kind zijn hoort ook experimenteren en je af en toe te buiten gaan aan ongezonde dingen.

Weten kinderen eigenlijk hoe ze goed voor hun lichaam moeten zorgen? Hoe verslavend sommige zaken kunnen zijn? Wat de gevolgen kunnen zijn? Dagen kinderen zichzelf voldoende uit om creatief te zijn? Hoe faciliteren wij kinderen om hun weg te vinden in relaties met en gevoelens voor anderen? Leren we kinderen om inspiratie te zoeken, te vinden en wellicht zelfs uit te dragen?